| Al-Masad, Al-Lahab
بِسۡمِ اللّٰہِ الرَّحۡمٰنِ الرَّحِیۡمِ تَبَّتۡ یَدَاۤ اَبِیۡ لَہَبٍ وَّ تَبَّ ؕ﴿۱﴾
| 111.001 Tabbat yada abee lahabin watabba
| 1. Verdoemd zijn de handen van Abu Lahab* en verdoemd is hij.
| De handen van Aboe Lahab mogen kapotgaan en hij mag zelf kapotgaan.
|
مَاۤ اَغۡنٰی عَنۡہُ مَالُہٗ وَ مَا کَسَبَ ؕ﴿۲﴾
| 111.002 Ma aghna AAanhu maluhu wama kasaba
| 2. Zijn rijkdommen en aanwinsten zullen hem niet redden.
| Zijn bezit en wat hij verworven heeft baat hem niet.
|
سَیَصۡلٰی نَارًا ذَاتَ لَہَبٍ ۚ﴿ۖ۳﴾
| 111.003 Sayasla naran thata lahabin
| 3. Hij zal geworpen worden in een vuur met (grote) vlammen.
| Hij zal braden in een vuur vol vlammen.
|
وَّ امۡرَاَتُہٗ ؕ حَمَّالَۃَ الۡحَطَبِ ۚ﴿۴﴾
| 111.004 Waimraatuhu hammalata alhatabi
| 4. En ook zijn vrouw, de draagster van het hout**,
| En ook zijn vrouw, die het hout aandraagt
|
فِیۡ جِیۡدِہَا حَبۡلٌ مِّنۡ مَّسَدٍ ﴿۵﴾ | 111.005 Fee jeediha hablun min masadin
| 5. Om haar hals zal een koord van palmvezels hangen***.
| met om haar nek een koord van touw.
|
www.kuran.nl
| |